Formuletrainer
1. totale opbrengst (omzet) – totale kosten;
2. verkoopresultaat + of – bezettingsresultaten.
afzet x (verkoopprijs – kostprijs)
(B – N ) × C / N
B = begrote bezetting
N = normale bezetting
C = totale constante kosten
1. totale opbrengst (omzet) – totale kosten
2. verkoopresultaat + of – bezettingsresultaten + of – kostenverschillen
(SH – WH) x SP
SH = standaardhoeveelheid
WH = werkelijke hoeveelheid
SP = standaardprijs
(SP – WP) x WH
SP = standaardprijs
WP = werkelijke prijs
WH = werkelijke hoeveelheid
Omzet |
€ ………. |
|
Inkoopwaarde verkopen |
€ ………. |
- |
Brutowinst |
€ ………. |
|
Kosten |
€ ………. |
- |
Bedrijfsresultaat |
€ ………. |
|
Omzet |
€ ………. |
|
Kosten |
€ ………. |
- |
Bedrijfsresultaat |
€ ………. |
|
1. totale opbrengst (omzet) – totale kosten;
2. verkoopresultaat + of – bezettingsresultaten.
afzet x (verkoopprijs – kostprijs)
(B – N ) × C / N
B = begrote bezetting
N = normale bezetting
C = totale constante kosten
1. totale opbrengst (omzet) – totale kosten
2. verkoopresultaat + of – bezettingsresultaten + of – kostenverschillen
(SH – WH) x SP
SH = standaardhoeveelheid
WH = werkelijke hoeveelheid
SP = standaardprijs
(SP – WP) x WH
SP = standaardprijs
WP = werkelijke prijs
WH = werkelijke hoeveelheid
Omzet |
€ ………. |
|
Inkoopwaarde verkopen |
€ ………. |
- |
Brutowinst |
€ ………. |
|
Kosten |
€ ………. |
- |
Bedrijfsresultaat |
€ ………. |
|
Omzet |
€ ………. |
|
Kosten |
€ ………. |
- |
Bedrijfsresultaat |
€ ………. |
|
Heb je een docentcode ontvangen?

Dit kan ook later. Je vindt de docentcode in het linkermenu.