Een onderneming leent op 1 juni 2026 € 48.000 tegen 3,2% per jaar. De lening moet in 15 jaar met gelijke jaarlijkse bedragen worden terugbetaald. De aflossing en interest worden jaarlijks op 31 mei betaald.

Welk bedrag betaalt de onderneming op 31 mei 2028?

Een onderneming leent op 1 juli 2023 € 36.000 tegen 4,2% per jaar. De lening moet in 20 jaar met gelijke jaarlijkse bedragen worden terugbetaald. De aflossing en interest worden jaarlijks op 30 juni betaald.

Hoeveel betaalt de onderneming op 30 juni 2026 aan aflossing en interest samen?

Een onderneming zet op 1 januari 2021 € 8.000 op de bank tegen 3¾% interest per jaar oplevert.

Wat is het eindbedrag op 31 december 2026 op basis van samengestelde interest?

Een onderneming stort 1 januari 2023 € 40.000 aan overtollige liquide middelen op een depositorekening die 2% interest per halfjaar oplevert.

Wat is het eindbedrag op 31 december 2028 op basis van samengestelde interest?

Een onderneming zet op 1 januari 2022 € 18.000 op de bank tegen 0,5% interest per kwartaal oplevert.

Wat is het eindbedrag op 31 december 2025 op basis van samengestelde interest?

Een onderneming wil over 6 jaar een bedrag van € 350.000 beschikbaar hebben voor een investering. Het interestpercentage is 4¼%.

Welk bedrag moet de onderneming nu apart zetten?

Een onderneming wil op 31 december 2030 een bedrag van € 50.000 beschikbaar hebben. Het interestpercentage is 0,25% per kwartaal.

Welk bedrag moet de onderneming op 1 januari 2024 apart zetten?

Op de balans van een onderneming per 31 december 2026 staat een 4% hypothecaire lening o/g voor een bedrag van € 240.000. Op de 4% hypothecaire lening o/g is op 1 juli van jaar 8 € 20.000 afgelost.

Wat zijn de totale interestkosten in 2026 van de 6% hypothecaire lening o/g?