Begrippen
Een organisatie die producten en/of diensten aanbiedt.
Onderdeel van de economische wetenschap dat zich bezighoudt met het bestuderen van het economisch handelen van mensen binnen organisaties.
Het totaal van de ondernemingen die betrokken zijn bij de totstandkoming van een bepaald product.
Branche.
Elke schakel in de bedrijfskolom die een bepaalde verwerkingsfase verzorgt.
Bedrijven die geen goederen aanbieden maar diensten.
Een verticale beweging binnen de bedrijfskolom waarbij een onderneming functies afstoot.
Met de beschikbare middelen een zo hoog mogelijk resultaat proberen te bereiken.
Informatieverstrekking door het management aan derden, zoals aandeelhouders, kredietverstrekkers en de overheid.
Kopen producten in en verkopen deze producten weer, zonder de producten te veranderen.
Kopen grondstoffen in en produceren producten met behulp van arbeid en machines.
Een verticale beweging binnen de bedrijfskolom waarbij een onderneming meerdere functies gaat uitvoeren.
Deel van de algemene economie dat zich bezighoudt met economie op grote schaal. Denk hierbij aan termen als nationaal inkomen, werkgelegenheid en overheidsfinanciën.
Het verzamelen, registreren en rapporteren van gegevens ten behoeve van de
financiële informatie voor het management.
Deel van de algemene economie dat zich bezighoudt met het gedrag van één consument of producent. Hierbij staat de wet van vraag en aanbod centraal.
Organisaties die niet naar winst streven.
Een bedrijf dat naar winst streeft.
Samenwerking van mensen en middelen met een bepaald doel.
Een horizontale beweging tussen bedrijfskolommen waarbij een onderneming ook eenzelfde schakel uit een andere bedrijfskolom verzorgt.
Organisaties die naar winst streven.
De juridische vorm waarmee de organisatie naar buiten treedt.
Een horizontale beweging tussen bedrijfskolommen waarbij een onderneming besluit slechts één specifiek onderdeel te verkopen.
Een organisatie die producten en/of diensten aanbiedt.
Onderdeel van de economische wetenschap dat zich bezighoudt met het bestuderen van het economisch handelen van mensen binnen organisaties.
Het totaal van de ondernemingen die betrokken zijn bij de totstandkoming van een bepaald product.
Branche.
Elke schakel in de bedrijfskolom die een bepaalde verwerkingsfase verzorgt.
Bedrijven die geen goederen aanbieden maar diensten.
Een verticale beweging binnen de bedrijfskolom waarbij een onderneming functies afstoot.
Met de beschikbare middelen een zo hoog mogelijk resultaat proberen te bereiken.
Informatieverstrekking door het management aan derden, zoals aandeelhouders, kredietverstrekkers en de overheid.
Kopen producten in en verkopen deze producten weer, zonder de producten te veranderen.
Kopen grondstoffen in en produceren producten met behulp van arbeid en machines.
Een verticale beweging binnen de bedrijfskolom waarbij een onderneming meerdere functies gaat uitvoeren.
Deel van de algemene economie dat zich bezighoudt met economie op grote schaal. Denk hierbij aan termen als nationaal inkomen, werkgelegenheid en overheidsfinanciën.
Het verzamelen, registreren en rapporteren van gegevens ten behoeve van de
financiële informatie voor het management.
Deel van de algemene economie dat zich bezighoudt met het gedrag van één consument of producent. Hierbij staat de wet van vraag en aanbod centraal.
Organisaties die niet naar winst streven.
Een bedrijf dat naar winst streeft.
Samenwerking van mensen en middelen met een bepaald doel.
Een horizontale beweging tussen bedrijfskolommen waarbij een onderneming ook eenzelfde schakel uit een andere bedrijfskolom verzorgt.
Organisaties die naar winst streven.
De juridische vorm waarmee de organisatie naar buiten treedt.
Een horizontale beweging tussen bedrijfskolommen waarbij een onderneming besluit slechts één specifiek onderdeel te verkopen.
Heb je een docentcode ontvangen?

Dit kan ook later. Je vindt de docentcode in het linkermenu.