Begrippen
Krediet dat de afnemer verleent aan de leverancier door te betalen voordat de leverancier levert.
Het bedrag dat een obligatiehouder betaalt boven de nominale waarde van de obligatie.
Een lening die door een bank is verstrekt aan een onderneming.
De waarde (van een obligatie) op de effectenbeurs.
Een manier om geld op te halen voor projecten. Vaak gebeurt dit via online platforms.
Het bedrag dat een obligatiehouder minder betaalt dan de nominale waarde van de
obligatie (als de obligatie wordt uitgegeven voor minder dan de nominale waarde).
Een vorm van debiteurenfinanciering waarbij een factormaatschappij alle door haar goedgekeurde vorderingen tegen betaling overneemt van een onderneming.
Een lening met onroerend goed als onderpand.
Het huren van vaste activa.
Krediet dat de leverancier levert aan de afnemer door de goederen te leveren voordat de afnemer betaalt.
De waarde (van een obligatie) die op de obligatie staat.
Een schuldbekentenis die wordt uitgegeven door nv’s, bv’s en de overheid.
Een lening waarbij de betrokken partijen de voorwaarden onderling afspreken.
Krediet dat door handelsbanken tot een bepaald maximum (het kredietplafond) wordt
verstrekt aan een bedrijf.
Een toekomstige verplichting die samenhangt met de huidige bedrijfsvoering.
Al het vermogen dat niet tot het eigen vermogen behoort.
Krediet dat de afnemer verleent aan de leverancier door te betalen voordat de leverancier levert.
Het bedrag dat een obligatiehouder betaalt boven de nominale waarde van de obligatie.
Een lening die door een bank is verstrekt aan een onderneming.
De waarde (van een obligatie) op de effectenbeurs.
Een manier om geld op te halen voor projecten. Vaak gebeurt dit via online platforms.
Het bedrag dat een obligatiehouder minder betaalt dan de nominale waarde van de
obligatie (als de obligatie wordt uitgegeven voor minder dan de nominale waarde).
Een vorm van debiteurenfinanciering waarbij een factormaatschappij alle door haar goedgekeurde vorderingen tegen betaling overneemt van een onderneming.
Een lening met onroerend goed als onderpand.
Het huren van vaste activa.
Krediet dat de leverancier levert aan de afnemer door de goederen te leveren voordat de afnemer betaalt.
De waarde (van een obligatie) die op de obligatie staat.
Een schuldbekentenis die wordt uitgegeven door nv’s, bv’s en de overheid.
Een lening waarbij de betrokken partijen de voorwaarden onderling afspreken.
Krediet dat door handelsbanken tot een bepaald maximum (het kredietplafond) wordt
verstrekt aan een bedrijf.
Een toekomstige verplichting die samenhangt met de huidige bedrijfsvoering.
Al het vermogen dat niet tot het eigen vermogen behoort.
Heb je een docentcode ontvangen?

Dit kan ook later. Je vindt de docentcode in het linkermenu.