Extra opgaven 6.4 - 6.8

Extra opgave 6.4

Een onderneming koopt op 1 januari van jaar 3 een machine voor € 102.000. De installatiekosten bedragen € 8.000. De levensduur wordt geschat op 4 jaar. De restwaarde wordt geschat op € 12.000. Er wordt afgeschreven met een vast percentage van de aanschafwaarde.

Vul het onderstaande schema in:

Jaar	Boekwaarde begin jaar	Afschrijving	Boekwaarde eind jaar
3
4
5
6

€ 120.000 - € 12.000 = € 27.000

Antwoord indienen

Extra opgave 6.7

Een onderneming koopt een machine voor € 155.000. De installatiekosten

bedragen € 25.000. De levensduur wordt geschat op 5 jaar.

Er wordt afgeschreven met 30% van de boekwaarde.

Bereken de geschatte restwaarde na 5 jaar.

€ 180.000 x 0,70⁵ = € 30.252,60

Aanschafwaarde 1 januari jaar 1		€ 180.000
Afschrijving jaar 1	30% x € 180.000	€ 54.000
Aanschafwaarde 1 januari jaar 2		€ 126.000
Afschrijving jaar 2	30% x € 126.000	€ 37.800
Aanschafwaarde 1 januari jaar 3		€ 88.200
Afschrijving jaar 3	30% x € 88.200	€ 26.460
Aanschafwaarde 1 januari jaar 4		€ 61.740
Afschrijving jaar 4	30% x € 61.740	€ 18.522
Aanschafwaarde 1 januari jaar 5		€ 43.218
Afschrijving jaar 5	30% x € 43.218	€ 12.965,40
Aanschafwaarde 31 dec jaar 5		€ 30.252,60

Antwoord indienen

Extra opgave 6.8

Een onderneming schrijft een auto jaarlijks af met 25% van de boekwaarde.

De aanschafprijs is € 34.000 en de afleverkosten zijn € 2.000.

De levensduur wordt geschat op 4 jaar.

Bereken de geschatte restwaarde na 4 jaar.

€ 36.000 x 0,75⁴ = € 11.390,63

Aanschafwaarde 1 januari jaar 1		€ 36.000
Afschrijving jaar 1	25% x € 36.000	€ 9.000
Aanschafwaarde 1 januari jaar 2		€ 27.000
Afschrijving jaar 2	25% x € 27.000	€ 6.750
Aanschafwaarde 1 januari jaar 3		€ 20.250
Afschrijving jaar 3	25% x € 20.250	€ 5.062,50
Aanschafwaarde 1 januari jaar 4		€ 15.187,50
Afschrijving jaar 4	25% x € 15.187,50	€ 3.796,88
Aanschafwaarde 31 dec jaar 4		€ 11.390,62

Antwoord indienen

Meld een fout bij deze vraag