Samenvatting

Directe kosten zijn kosten waarvan direct aanwijsbaar is voor welk product ze zijn gemaakt. Voorbeelden van directe kosten zijn grondstofkosten, materiaalkosten en directe loonkosten. Deze kosten kun je meteen in de kostprijs opnemen.

Indirecte kosten zijn kosten waarvan niet direct aanwijsbaar is voor welk product ze zijn gemaakt. Voorbeelden van indirecte kosten zijn administratiekosten en de loonkosten van de directie.

Indirecte kosten moeten worden opgenomen in de kostprijs. Dit kan met een opslagpercentage of een opslag per kg of (arbeids)uur. Bij het berekenen van een opslagpercentage voor de indirecte kosten staan de indirecte kosten altijd boven de streep!

Bij homogene productie maakt een onderneming slechts één soort product.

Als een onderneming meerdere soorten producten maakt, is er sprake van heterogene productie.

Er zijn twee opslagmethodes:

·     primitieve opslagmethode;

·     verfijnde opslagmethode.

Bij de primitieve opslagmethode neem je de indirecte kosten met één opslag op in de kostprijs. Het opslagpercentage is:

Bij de verfijnde opslagmethode neem je de indirecte kosten met meerdere opslagen op in de kostprijs. De opslagpercentages zijn:

Beide opslagmethodes kunnen toegepast worden bij industriële ondernemingen, handelsondernemingen en dienstverlenende ondernemingen.